De komende tijd zal de gids Roberto Belmontagnolo gasten meenemen naar de mooiste plekjes in Italië. Verwacht geen uitgebreide verslagen, maar meer tips van bezienswaardigheden, waar mogelijk gelardeerd met anekdotes en natuurlijk tips over restaurants. Want bij een bezoek aan een stad of streek hoort natuurlijk ook het genieten van de plaatselijk keuken. Veel plezier bij het lezen van deze blog.
Vandaag neemt jullie gids Roberto Belmontagnolo jullie mee naar de prachtige middeleeuwse stad Orvieto.
Orvieto is schitterend gelegen, hoog op een rots van vulkanisch tufsteen. Kom je aanrijden vanuit het noorden via de A1 dan zie je in de verte de rots, met daarbovenop de stad, uitsteken uit het omliggende glooiend landschap. En als je goed kijkt, toornt boven de gebouwen de magistrale kathedraal uit. Kom je vanuit Perugia, in Umbrië, dan is de panoramische weg van Todi naar Orvieto aan te raden. Deze leidt langs de rivier de Tiber en het meer van Corbara met prachtige panorama’s. Bij Orvieto op de weg naar het Lago Bolsena is een uitkijkpunt, Belvedere, met een schitterende uitzicht op Orvieto.
Orvieto is een eeuwenoude stad en bestond al in de tijd van de Etrusken (onder de naam Volsinii met een bloeitijd in de 6de eeuw voor Chr.). Onder de Romeinen werd de stad Urbs Vetus genoemd en de huidige naam is daar een afgeleide van. De grote bloeitijd onderging Orvieto in de 13de en 14de eeuw, met een bevolking van ongeveer 30.000 inwoners zelfs groter dan Rome in die tijd. De burgers, il popolo, hadden inmiddels de macht overgenomen. Dit is de periode dat prachtige gebouwen, palazzi, en monumenten werden gebouwd, met als hoogtepunt de kathedraal, een van de meesterwerken van de Italiaanse gotiek. Aan het einde van de middeleeuwen kwam Rome onder gezag van de pauselijke staat en vele pausen en kardinalen verbleven in Orvieto.
Al is Orvieto heden ten dage een toeristische trekpleister, het blijft een aangename stad om te bezoeken omdat er geen grote drommen toeristen zijn, zoals nog wel eens in Firenze of Siena het geval is. Daarnaast zijn er naast de monumenten vele leuke winkels en goede restaurants, mede omdat Orvieto door zijn strategische ligging lang een garnizoensstad is geweest.
En waar neemt Roberto jullie mee naar toe in Orvieto.
Rijd je de weg omhoog naar het centrum dan kom je langs deze Etruskische necropolis, die zeker een korte stop waard is. Dit is een van de best bewaard gebleven necropolissen uit de Etruskische tijd. Ontdekt in de 19e eeuw, is het een toonbeeld van de Etruskische geschiedenis en cultuur. De Necropolis was vanaf de 8e tot de 3e eeuw voor Christus in gebruik. De necropolis is vormgegeven in kavels/blokken Op deze kavels, doorkruist met paden, bevonden zich de tombes, een soort kubieke grafplaats als een dobbelstenen. Elke tombe was gereserveerd voor één enkele familie, geïdentificeerd door de inscripties – de naam gebeeldhouwd op de draagbalk – die de aanwezigheid van buitenlanders in Orvieto onthulde, een stad die in deze periode een steeds meer kosmopoliet karakter kreeg. De luxe goederen die in de tombes zijn gevonden tonen aan dat er onder grote lagen van de bevolking rijkdom heerste. Daaronder ook goederen verworven op Oost-Griekse markten en waarvan er vele worden tentoongesteld in het Nationaal Archeologisch Museum en in het Claudio Faina Museum van Orvieto.
En nu vervolgen we onze weg naar het centrum waar je de auto kan parkeren op de parkeerplaats tegenover de “Funicolare” op de Via Postierla. Hier kun je de auto laten staan voor het bezoek aan Orvieto. Loop naar de overkant naar de ingang van de Pozzo San Patrizio.
Pozzo San Patrizio
De Pozzo San Patrizio is zeker ook leuk voor kinderen, voor wie de trappen afdalen en weer beklimmen iets avontuurlijks zal hebben.
De put is gebouw tussen 1527 en 1537 door Antonio Sangallo de jonge voor paus Clemens VII die, nadat hij door de legers van Karel V was verjaagd, vluchtte naar Orvieto. De paus gaf de opdracht om een eventuele belegging te doorstaan een diepe put te graven. De put is 13 meter breed en 62 meter diep. Opmerkelijk zijn de twee spiraaltrappen (met 248 treden) die elkaar niet kruisen, zodat de ezels die het water naar boven droegen niet de ezels die weer naar beneden gingen tegen kwamen. Bekijk de prachtige lichtinval door de grote vensters. Het verhaal gaat dat de 2 spiraaltrappen een architectonische vondst van Leonardo da Vinci is geweest, bedoelt voor een bordeel zodat de notabelen elkaar niet tegen konden komen. Zou de paus dit hebben geweten?
Bij het verlaten van de put geniet dan nog even van het prachtige uitzicht over het glooiende landschap rondom Orvieto.
Wij gaan nu op weg naar Il Duomo di Orvieto via de Corso Carvour. Eerst stoppen wij bij de
Torre del Moro waar wij de trappen van deze Torre beklimmen. Vanaf het uitkijkplatform boven op deze toren geniet je van het schitterend uitzicht over de stad en het omringende heuvellandschap.
Weer beneden gekomen, gaan wij tegenover de Torre de Via del Duomo in.
Na een paar honderd meter zie je tussen de gevels door Il Duomo oprijzen.
Eerst een beetje geschiedenis. Want de traditie leert dat de kathedraal van Orvieto is gebouwd om het Mirakel van Bolsena te vieren.
In 1263 volgde de Boheemse priester Peter van Praag de mis in de kerk van Santa Cristina in Bolsena. Hij twijfelde over de aanwezigheid van het lichaam van Christus in de geconsacreerde Hostie. Tijdens de mis druppelde bloed van de hostie op het korporaal. Het Heilige linnen werd op bevel van de paus, die in Orvieto was, naar de stad gebracht en aan het volk blootgesteld. Kort daarna werd besloten om een aan Maria gewijde kathedraal te bouwen om de Miraculeuze korporaal te herbergen.
Deze kathedraal vormt een prachtige synthese van architectuur, beeldhouwkunst, decoratieve kunst en schilderkunst en wordt beschouwd als een juweel van romaanse en gotische architectuur. Zijn schoonheid komt niet alleen voort uit de kunstwerken die het bevat, maar ook uit zijn bouwgeschiedenis, eeuwenlang hebben belangrijke ambachtslieden hun stempel gedrukt op de bouw van de kerk.
De basis van de kathedraal is vrij sober opgebouwd met afwisselend rijen van zwarte basaltsteen en witte travertijn, ook te zien bij de kathedraal in Siena. Uitzonderlijk is echter de buitengewone façade: bronzen draken, gevels met mozaïeken die schitteren in goud en een prachtige marmeren bas-reliëfs van de grote architect zelf, Lorenzo Maitani: een vroege 14e-eeuwse interpretatie van de sculpturale stijl van het keizerlijke Rome, wat op een bepaalde manier passend is, aangezien het materiaal is gebruikt van van enkele van de oude monumenten van Rome. De prachtige bas-reliëfs zijn verdeeld in 4 voorstellingen: Scheppingsverhaal, Oude Testament, Nieuwe Testament en Laatste Oordeel. Het interieur is relatief sober, met fresco’s op de muren die het Mirakel van Bolsena uitbeelden. En natuurlijk in een kapel het reliek met het korporaal van het Mirakel van Bolsena. Hoogtepunt vormen de fresco’s van Fra Angelico en met name Luca Signorelli in de Capella di San Brizio. In 1450 is Fra Angelico begonnen met enkele fresco’s op het plafond. Daarna is het werk stil komen te liggen. Aan het einde van de 15de eeuw werd er onderhandeld met de befaamde schilder Perugino om de fresco cyclus af te maken. Tegelijkertijd was Luca Signorelli in onderhandeling met het Collegio del Cambio in Perugia voor een opdracht. Omdat de onderhandelingen niet goed verliepen heeft er een ruil plaatsgevonden. Perugino is aan de slag gegaan in de Collegio del Cambio om daar een van zijn meesterwerken te realiseren en Luca Signorelli heeft zijn grootste meesterwerk kunnen realiseren in Orvieto. Misschien kun je zijn meesterwerk wel het mooiste “Laatste Oordeel” noemen dat ooit geschilderd is. In ieder geval was zijn uitwerking de belangrijkste inspiratiebron voor Michelangelo voor de Sixtijnse kapel. Het verhaal gaat dat de vrouw op de rug van een van de duivels, links op de muur, die naar de hel wordt geleid, zijn geliefde is geweest die hem ontrouw bleek te zijn. Wraak is zoet! Luca Signorelli heeft in een hoek van de kapel zichzelf en Fra Angelico uitgebeeld.
Als je de kerk verlaat ga dan eerst een ijsje eten (mangiare un gelato) links van de kathedraal achter op het plein bij “Il Gelato di Pasqualetti”. Mijn favoriet is de smaak “Fragoli di bosco” (bosaardbei).
En mocht het erg warm zijn dan kun je bij het plein een ticket kopen om verkoeling te zoeken tijdens een tocht door ondergronds Orvieto
En dan bezoek je Orvieto net op een heel warme dag. Zoek dan de koelte op in Ondergronds Orvieto, een labyrint van grotten die al vanaf het begin van het ontstaan van Orvieto zijn uitgegraven. Door de kenmerkende geologische aard van de steenmassa waarop Orvieto staat, konden de inwoners in de loop van ongeveer 2500 jaar een ongelooflijk aantal grotten graven die zich uitstrekken, elkaar overlappen en elkaar kruizen direct onder de huidige stad. De functie van deze grotten is eigenlijk in al die 2500 jaar niet gewijzigd, gebruikt als kelders, stallen, waterkanalen en ook als duiventil met openingen in de wand. Op je ontdekkingstocht in deze grotten kom je onder meer bij een antieke olijfmolen. Vele restaurants en enoteca’s hebben hun wijnkelder in deze grotten, een perfecte temperatuur voor de flessen wijn.
Orvieto heeft echter nog veel meer te bieden. Het is een gezellige stad met veel winkels, bars, restaurants en terrasjes. Een winkel springt er voor mij uit en dat is de Bottega Michelangeli, een ambachtelijke werkplaats en winkel voor houten voorwerpen en meubels. In het straatje waar de winkel is gevestigd, Via G. Michelangeli N. 2 op de hoek met de Corso Cavour, zie je bijvoorbeeld grote houten paarden staan, waar je op kan zitten. Aan de zijkant tegen de muur staat een houten boom waarin houten dieren zitten, zoals een aap en een uil. In de winkel is er een grote keuze uit allerlei dieren van groot tot klein. Leuk om mee te nemen naar huis is de hagedis – in het Italiaans “lucertola”, als aandenken aan je verblijf in Umbrië, want overal om je heen zie je wel de “lucertole” wegschieten. Zelf hebben wij een soort cupido gekocht die prachtig bij ons tegen de muur hangt. Betreed de winkel en vergaap je aan al het moois. In de buurt van Orvieto zijn vele villa’s waar het interieur is geïnspireerd op het houtsnijwerk van Michelangeli. Bijvoorbeeld met prachtige hoofdeinde van bedden of houten trap versierd met dieren.
En een bezoek aan een stad kan nooit afgesloten worden zonder een bezoek aan een van de lokale restaurants. Hier gebruik ik altijd weer mijn beproefde methode. Ik vraag namelijk aan iemand in de stad waar je heel goed, lees authentiek, kunt eten. Ik moet dan wel een inschatting maken dat die persoon het ook weet. Nu geldt toch wel de regel dat je in Italië in nagenoeg elk restaurant heerlijk kunt eten. Twee restaurants wil ik met stip aanhalen.
Ristorante L’antica Rupe, dei fratelli Arrivi (restaurant de oude, steile rots van de gebroeders Arrivi) in de Vicolo S.Antonio, 2/A. Hier tref je de meer verfijnde Italiaanse keuken maar ook pizza’s in een sfeervolle ambiance.
Osteria da Mamma Angela op de Piazza del Popolo 2. Een (h)eerlijke keuken met Mamma Angela als kokkin. De typische Orvietaanse/Umbrische keuken. Voornamelijk met producten op Km 0, zoals de gewilde salami van San Venanzo, lokale kazen, handgemaakte pasta en desserts, allemaal gemaakt door Mamma Angela.
En hiermee sluit ik de blog af met een heimwee gevoel naar het prachtige Orvieto en droom ik weg met het idee op het terras van Mamma Angela te zitten terwijl ik een overheerlijke pasta voor mij heb staan met een lokale wijn, bijvoorbeeld “gnocchi di patate al rage di chianina tagliata al coltello” met een glas Rosso di Montefalco. Het vervelende is dat ik weer wakker wordt. Het wordt tijd om weer naar Italië te gaan.